Natuurlijke selectie

evolutietheorie natuurlijke selectie

Natuurlijke selectie wordt in de evolutietheorie als het mechanisme genoemd, waardoor modder in de loop van miljoenen jaren evolueerde tot alle planten en dieren die we nu om ons heen zien… onszelf inbegrepen.

Is het echter waar dat natuurlijke selectie in staat is om een vis te laten veranderen in een vogel of een hoopje stof in een mens? In dit artikel leg ik zo helder mogelijk uit wat natuurlijke selectie is en welke mogelijkheden het wel en niet heeft.

charles darwinEerst een stukje introductie: wat slechts weinig mensen weten, is dat het basisidee van de evolutietheorie al vele eeuwen bestond voordat Charles Darwin geboren werd. In de wijsbegeerte en het mysticisme van de oudheid speelde het idee van evolutie al heel vroeg een rol. Het was uiteindelijk in de negentiende eeuw dat Charles Darwin de eeuwenoude evolutiefilosofie een wetenschappelijk jasje gaf.

Darwin begon echter niet in evolutie te geloven door zijn observaties in de natuur, zoals vaak beweerd wordt – hij geloofde al in evolutie lang voordat hij op onderzoek uitging! Hoe kwam dat? Zijn grootvader, Erasmus Darwin, had twee filosofische boeken geschreven, ‘Temple of Nature’ en ‘Zoonomia’, waarin hij uitgebreid de evolutie van het leven beschreef. Darwin was op de hoogte van deze boeken en heeft zich erdoor laten inspireren. Wat hierbij van belang is om te weten, is dat het geloof in evolutie van Darwins grootvader voornamelijk filosofisch van aard was. Hij had er geen wetenschappelijke bewijzen voor! Het was niets meer dan een hersenspinsel, zonder natuurwetenschappelijke onderbouwing.

Zijn kleinzoon, Charles Darwin, was de eerste die probeerde het eeuwenoude evolutiegeloof aannemelijk te maken voor de moderne mens.

Hij slaagde er in zijn ‘moderne evolutietheorie’ zodanig voor te stellen aan de mensheid, dat het idee van evolutie ineens rationeel aanvaardbaar werd. Dat deed hij door het principe van natuurlijke selectie aan te duiden als de sleutel voor de evolutie.

vinken darwinGedurende zijn onderzoek op de Galapagos-eilanden ontdekte hij dat er op diverse eilanden verschillende soorten vinken leefden. Deze vogels leken erg goed op elkaar, maar varieerden onderling in lichaamsgrootte en in de vorm van hun snavel. Het was duidelijk dat deze vinken afkomstig waren van één ouderpaar. In de loop der jaren waren blijkbaar nieuwe vinkensoorten ontstaan.

Darwin ontdekte dat deze soortvorming te danken is aan het mechanisme van natuurlijke selectie. Dat was een correcte waarneming. Wat hij er echter aan koppelde, is niet correct. Zijn overhaaste conclusie was: ‘Aangezien deze verschillende vinkensoorten ontstaan zijn door natuurlijke selectie, is het dus mogelijk dat alle bestaande plant- en diersoorten op dezelfde wijze tot stand gekomen zijn.’

Deze ongefundeerde conclusie werd de hele wereld rondgebazuind en vormde de basis voor de verdere ontwikkeling van de evolutietheorie. Darwin, en met hem vele anderen, maakte een monumentale denkfout. Wat hij waarnam had namelijk niets met  evolutie te maken, in die zin dat eenvoudige organismen veel complexer worden. Want hoewel er uit één vinkensoort inderdaad nieuwe soorten waren ontstaan, bleven het nog steeds vinken! 

Het enige wat er was gebeurd, was variatie van bestaand genetisch materiaal binnen het basistype ‘vink’.

Er was geen sprake van nieuwe genetische informatie, waardoor een compleet nieuw basistype gevormd werd. En dit is juist waar het in evolutie allemaal om draait: dat een organisme volkomen getransformeerd wordt tot een geheel ander wezen.

Wat Darwin waarnam bij de vinken (en bij zijn andere observaties) staat daar oneindig ver vanaf. Trouwens alle ‘voorbeelden van evolutie’ die door Darwin en vele anderen zijn aangehaald, hebben niets met evolutie te maken. De nieuwe soorten blijven immers altijd binnen een basistype, zodat er wezenlijk niets verandert. Vlinders blijven vlinders, rozen blijven rozen, eekhoorns blijven eekhoorns, paarden blijven paarden, enz.

Wat men waarneemt, is variatie van bestaande genen.

De soortvorming die Darwin beschreef, wordt daarom micro-evolutie genoemd. Eigenlijk is dat een sterk misleidende term, want micro-evolutie heeft niets te maken met evolutie. Bij de evolutie van alle leven op aarde gaat het er immers om dat een bepaald organisme tot een volkomen andere levensvorm, met totaal andere eigenschappen, wordt getransformeerd. Zoals reptielen die veranderen in vogels. Of een aapachtig dier dat een intelligent mens wordt.

Dat soort metamorfoses zijn van een geheel andere aard dan wat Darwin waarnam en beschreef in zijn boek ‘De oorsprong der soorten’. Als een vink verandert in een ander soort vink, is dat geen evolutie. Ook als uit één hondachtige andere hondachtigen voortkomen, is er geen sprake van evolutie.

Het enige wat er gebeurt, is het tot stand komen van variaties binnen duidelijke grenzen.

evolutietheorie darwinisme dierenZo zijn er uit één oorspronkelijke hondachtige diverse hondachtigen voortgekomen (vos, wolf, jakhals…). Hetzelfde geldt voor de katachtigen (luipaard, panter, lynx…). Dat is variatie binnen een grondsoort of basistype. Het is een wijziging van het bestaande genetisch materiaal, zonder dat er werkelijk nieuwe genetische informatie bij komt. Het is interne verandering. Dat heeft niets met evolutie te maken.

Ware evolutie wordt aangeduid met de term macro-evolutie: opklimming van lage naar veel hogere levensvormen. Bijvoorbeeld oervisjes die veranderen tot de mens. Het is het veranderen van één basistype tot een volledig ander basistype.

Daarbij moeten onvoorstelbare hoeveelheden nieuw genetisch materiaal worden aangemaakt, zodat er een volkomen nieuw concept tot stand komt.

Om te begrijpen waar het hier om gaat, moet je je indenken wat er nodig is om driewieler om te bouwen tot een straalvliegtuig, of een roeiboot die wordt omgebouwd tot een vliegdekschip. Dat lijkt misschien overdreven, maar het is wel om dit soort ondenkbare metamorfoses dat het in de evolutietheorie draait: een eencellig organisme dat is verandert in de mens. Als je in evolutie gelooft, moet je weten wàt je gelooft.

Bij micro-evolutie zijn de veranderingen niet fundamenteel. De katachtige blijft een katachtige en de hondachtige blijft een hondachtige. Er is een duidelijke grens. De wijzigingen bij macro-evolutie zijn daarentegen wél fundamenteel. Er moet iets totaal nieuws verschijnen (nieuwe ingewanden, nieuwe bloedstructuren, nieuwe hormonen, nieuwe instincten, nieuwe communicatiemethoden, nieuwe skeletten, nieuwe voortplantingswijzen, nieuwe hersenen, nieuwe zintuigen, nieuwe eetgewoonten, nieuwe zenuwstelsels, enzovoort). Er is niet de minste aanwijzing dat transformaties van dat formaat ooit gebeurd zijn.

Voor variatie binnen duidelijke grenzen is er bewijs. Daarin had Darwin gelijk. Voor opklimming die alle grenzen doorbreekt, is er echter geen bewijs.

Darwin zág micro-evolutie en veronderstelde macro-evolutie. Hij zág variatie en veronderstelde opklimming. Het ene is een feit, het andere een inbeelding. De misleiding zit hierin, dat evolutionisten micro-evolutie aantonen, met daaraan gekoppeld de verklaring dat er ‘dus’ ook macro-evolutie bestaat. In het denken van de meeste mensen is het verschil tussen de twee niet duidelijk, met als gevolg dat ze in de waan verkeren dat evolutie bewezen is.

‘Er is geen twijfel dat natuurlijke selectie een mechanisme is dat werkt. Maar de vraag of het ook nieuwe soorten kan voortbrengen is een andere zaak. Niemand heeft ooit een soort voortgebracht door de mechanismen van  natuurlijke selectie.’ (Dr. Colin Patterson, ‘Cladistics’, BBC Telecast, 4 maart 1982)

‘Natuurlijke selectie vermindert genetische informatie. Dat weten we uit alle genetische studies die we hebben.’ (Dr. Marciej Giertych, Population Genetics, Europese Unie, in een interview met Ben Stein, Expelled, 2008.) 

‘Het is eerlijk om te besluiten dat geen enkele werkelijk significante prestatie van de wetenschap leunt op evolutie, noch er enige steun aan verleent.’ (Dr. Henry Morris, Evolution is religion, not science, http://www.icr.org/articles/view/201/220/)

Boek over de evolutietheorie: ‘Er klopt niks van!’

Er klopt niks van

Als je meer wilt weten over de onhoudbaarheid van de evolutietheorie, lees dan mijn boek ‘Er klopt niks van!‘ Daarin heb ik nog veel meer zaken opschreven die ik ontdekt heb. Ik behandel onderwerpen als het gelijktijdig bestaan van dinosaurussen en mensen, of er inderdaad veel overgangsvormen gevonden zijn, hoe het zit met aapmensen, het ontstaan van de eerste levende cel, de zogenaamde miljoenen jaren oude aardlagen, enz.

Het is een vlot leesbaar boek, met meer dan tweehonderd illustraties. Geschikt voor scholen en groepen.

bestelknop christelijk boek

Over de auteur David Sorensen

David Sorensen zet zich met hart en ziel in om iedereen te laten zien hoe geweldig het is om God echt te kennen. Zijn grootste verlangen is dat mensen leren hoe ze God zelf kunnen ervaren als hun allerbeste Vriend en liefhebbende Vader.

Volg mij op:

Pin It on Pinterest

Share This