Het grootste deel van het Oude Testament wordt ‘de Schrift’ genoemd en bestaat uit de boeken van Mozes, de profeten en de psalmen. De apostel Petrus werd door Jezus Christus specifiek aangesteld als grondlegger voor het koninkrijk van God en kreeg dus een buitengewoon groot gezag van God Zelf, om Zijn heerschappij over de aarde te helpen verspreiden. Hoe keek deze bijzondere apostel naar de Schrift?
‘Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.’ (2 Petrus 1:20)
Een veelgehoorde kritiek is dat de Bijbel in wezen een bundeling geschriften is die mensen zelf geschreven hebben, weliswaar met enige inspiratie van God. Maar wat de apostel Petrus nadrukkelijk verklaart, is iets totaal anders:
Daarom staat er ook talloze malen in de Schrift: ‘Zo zegt de Heer’ en ‘het woord van de Heer kwam tot Mij’. De profeten werden zwaar vervolgd vanwege hun boodschappen, omdat ze vaak de mensen confronteerden met hun slechtheid en een oproep tot bekering brachten. Als ze alles uit zichzelf hadden gezegd, zouden ze wel waanzinnig zijn om zich te laten martelen en vermoorden voor hun zelfverzonnen denkbeelden. De enige reden dat de profeten de hevige vervolgingen konden verdragen, was omdat ze door God Zelf gezonden waren en Zijn woorden spraken. Hij beschermde hen, troostte hen en gaf hen nieuwe kracht om door te gaan met hun missie om Zijn woorden te spreken. Hij zei dan ook tegen zijn profeten:
‘Ik ga Mijn woorden in uw mond tot vuur maken.’ (Jeremia 5:14)
‘Wanneer u uit Mijn mond een woord hoort, moet u hen namens Mij waarschuwen.’ (Ezechiel 3:17)
‘Ik leg Mijn woorden in uw mond, en bedek u onder de schaduw van Mijn hand,’ (Jesaja 51:16)
‘En de HEER strekte zijn hand uit, raakte mijn mond aan en zei tegen mij: ‘Hiermee leg ik mijn woorden in jouw mond.’ (Jeremia 1:9)
Een andere voorname apostel was Paulus. Hij was door Jezus aangesteld om het goede nieuws bekend te maken aan alle ongelovige volken. Hij was een van de belangrijkste grondleggers van het geloof in Jezus Christus, wereldwijd. Hij zei het volgende:
‘Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.’ (2 Timotheus 3:16,17)
Omdat de Schrift geheel is ingegeven door de Geest van God, is het uitermate krachtig en belangrijk om uit deze woorden van God onderwezen te worden. Merk op dat Paulus een van de eerste predikers was van het nieuwe verbond! Hij was geen oudtestamentische profeet, die nog onder het oude verbond functioneerde, maar hij is degene die rechtstreeks van Jezus Christus Zelf openbaring kreeg over het nieuwe tijdperk van de Geest en Gods genade.
Veel christenen in onze tijd roepen dat we het Oude Testament niet meer nodig hebben, omdat we nu niet meer onder de wet leven, maar in Gods genade zijn, dankzij Jezus Christus. De apostel Paulus, die de grondlegger was van ons geloof, zei echter dat – juist in het nieuwe verbond – de Schrift van uitermate groot belang is om te onderwijzen, weerleggen en corrigeren, zodat christenen gezond en sterk worden.
Het idee dat we het Oude Testament maar best achter ons laten, staat dan ook haaks op alles wat de eerste apostelen – aan wie we ons geloof te danken hebben – gezegd hebben.
De Bijbel leert dat Jezus Christus het woord van God is, dat mens geworden is net als wij. Omdat Jezus het woord van God is, zijn er sommigen die zeggen dat we daarom de Bijbel niet al te hoog moeten inschatten. ‘Jezus Christus is namelijk het woord van God, niet de Bijbel’, zeggen ze. Is dat een juiste gedachte? Wat zei Jezus eigenlijk over de Schrift? Dit zijn enkele van Zijn uitspraken, aangaande de Schrift:
‘De Schrift verliest nooit haar geldigheid, en zij noemt degenen tot wie HET WOORD VAN GOD gericht is, goden.’ (Johannes 10:35)
‘en zo maakt u GODS WOORD krachteloos door uw overlevering die u overgeleverd hebt; en veel van dergelijke dingen doet u.’ (Markus 7:13)
Jezus Christus, die het levende en vleesgeworden woord van God is in eigen persoon, noemt de Schrift letterlijk ‘het woord van God’ en ‘Gods woord’. Bovendien verklaart Hij dat de Schrift nooit haar geldigheid zal verliezen. Dat is in lijn met wat Paulus en Petrus zeiden, dat we de Schrift nodig hebben om op te groeien tot volmaaktheid.
Paulus benadrukte de volkomen betrouwbaarheid van de Schrift, door te verklaren dat hij alles gelooft wat erin geschreven staat:
‘Ik geloof alles wat in de Wet en de Profeten geschreven staat.’ (Handelingen 24:14)
Daarom vermaande de apostel Paulus de christenen om niet boven de schrift uit te gaan:
‘U moet van ons leren: Houd je aan wat geschreven staat, zodat u zich niet het recht aanmatigt de een boven de ander te stellen.’ (1 Kor. 4:6)
In hun onderwijs verwezen de apostelen dan ook voortdurend naar wat geschreven staat in de Schrift:
‘Want er staat geschreven dat…’ (1 Korintiers 15:27)
‘Er staat immers geschreven: Wees heilig, omdat ik heilig ben.’ (1 Petrus 1:16)
De apostelen verkondigden niet enkel wat ze zelf hoorden van de Geest van God, maar ze spiegelden hun openbaringen aan wat God reeds tevoren had geopenbaard, doorheen zijn profeten. Zo lieten ze zien – vanuit de Schrift – dat alles wat de Heilige Geest hen nu toonde aangaande Jezus Christus en het nieuwe verbond, volkomen in lijn is met Gods eerdere openbaringen. Christenen die beweren dat ze de Bijbel niet nodig hebben, omdat ze nu de Heilige Geest hebben, plaatsen zichzelf hoger dan de apostelen, die deze trots niet hadden, maar de nederigheid bewaarden om hun eigen geestelijke inzichten te toetsen aan de Schrift.
Jezus Christus is niet zomaar een profeet, leraar of goed mens. Hij is GOD ZELF, die mens geworden is. Dat Jezus Christus God in eigen persoon is, kun je lezen in dit artikel ‘Is Jezus God?‘ Zoals we reeds zagen, verwees Jezus Christus voortdurend naar de Schrift en noemde het diverse malen ‘het woord van God’.
Een groter bewijs voor het goddelijk gezag van de Schrift kunnen we ons niet wensen! Dit zijn enkele voorbeelden waar Jezus verwijst naar de Schrift:
‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften.’ (Lukas 24:44, 45)
‘Het is zoals er geschreven staat in de profeten…’ (Markus 1:2)
Voor Jezus Christus aan zijn publieke taak begon, moest Hij veertig dagen verzocht worden door satan (= de duivel). Satan probeerde Jezus op allerlei manieren te verleiden en Hem zo af te leiden van zijn opdracht. Jezus bestreed deze verleidingen niet door allerlei nieuwe inzichten te verzinnen, maar door de eeuwenoude Schrift te citeren:
‘Op dat ogenblik kwam de duivel hem verzoeken: ‘Als u de Zoon van God bent, zeg dan dat deze stenen veranderen in brood.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: Een mens moet niet van brood alleen leven; laat hij ook leven van elk woord dat God spreekt. (…)
Ten slotte bracht de duivel hem op een heel hoge berg en liet hij hem alle koninkrijken op de wereld zien met al hun pracht. En hij zei: ‘Dit alles zal ik u geven, als u voor mij neerknielt en mij aanbidt.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan, want er staat geschreven: Aanbid de Heer, uw God, en vereer alleen hem.’ (Mattheus 4:4, 10)
Niet alleen de Schrift (het grootste deel van het Oude Testament) werd door Jezus Christus het woord van God genoemd, ook de verkondiging van het evangelie (het Nieuwe Testament), werd beschouwd als Gods eigen woorden:
‘De apostelen in Jeruzalem vernamen, dat Samaria het woord van God had aangenomen en ze stuurden Petrus en Johannes naar de Samaritanen toe.’ (Handelingen 8:14)
‘En het woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.’ (Handelingen 6:7)
‘En het woord van God verbreidde zich en nam toe.’ (Handelingen 12:24)
‘En hij verbleef daar een jaar en zes maanden en gaf in hun midden onderwijs in het woord van God.’ (Handelingen 18:11)
De apostel Paulus onderstreepte dat zijn verkondiging niet menselijk was, maar het woord van God is:
‘Want de boodschap die u van ons te horen kreeg, hebt u aanvaard in de overtuiging dat het hier niet ging om een boodschap van mensen maar om het woord van God. Dat het dit inderdaad is, bewijst wel de uitwerking die het heeft op u, die gelooft.’ (1 Tess. 2:13)
‘Daarvoor moet ik lijden, moet ik zelfs als een misdadiger gevangenzitten. Maar het woord van God laat zich niet in boeien slaan.’ (2 Timotheus 2:9)
Paulus ontving het evangelie dat hij predikte rechtstreeks van Jezus Christus zelf:
‘Ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, nee, het is me geopenbaard door Jezus Christus.’ (Galaten 1:12)
‘u hebt mij als een bode van God ontvangen, als Christus Jezus zelf.’ (Galaten 4:14)
Paulus waarschuwde heel ernstig voor afwijking van de boodschap die hij in naam van Jezus Zelf predikte:
‘We hebben het al eerder gezegd en ik herhaal het hier: als iemand u een evangelie verkondigt dat afwijkt van wat u ontvangen hebt, hij zij vervloekt!’ (Galaten 1:9)
Ook de apostel Johannes maakte het duidelijk dat zijn woorden niet van hemzelf waren, maar rechtstreeks door Jezus Christus gegeven werden:
‘Openbaring van Jezus Christus, die hij van God ontving om aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet. Johannes maakt bekend wat God gesproken heeft en waarvan Jezus Christus heeft getuigd; dit heeft hij allemaal gezien. Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd wordt.’ (Openbaring 1:1-3)
Zoals ik reeds zei, zeggen sommigen dat Jezus Christus het woord van God is, en de Bijbel niet. Zo proberen ze het gezag van de Bijbel af te zwakken, terwijl ze zichzelf eigenlijk geestelijker lijken te vinden dan diegenen die wel het gezag van de Bijbel hooghouden. ‘Wij hebben zo’n goede relatie met Jezus, dat we de Bijbel niet nodig hebben.’ Zojuist hebben we echter gezien dat de Schrift in haar geheel ingegeven is door de Geest van God. De vraag is uit welke bron de Geest van God putte, toen Hij de Schrift inspireerde? Jezus zei over de Geest van God het volgende:
‘Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.’ (Johannes 16:14)
De Schrift is daarom een rechtstreekse openbaring van Jezus Christus. Alleen is het nog onder het oude verbond van de wet, terwijl we nu leven onder het nieuwe verbond, wat ons een nog rijker beeld geeft van Jezus Christus. Maar we hebben nog steeds de hele Schrift nodig om een compleet beeld van Jezus te krijgen. Daarom zei Jezus dat de Schrift haar geldigheid nooit verliest en verwees Hij er onophoudelijk naar, net als de apostelen deden.
Als we beweren dat we wel Jezus Christus willen volgen maar de Bijbel niet nodig hebben, zullen we per definitie een verkeerd beeld van Jezus krijgen. Dan zullen we onze eigen menselijke denkbeelden aanzien voor het woord van God, en zullen we in misleiding terecht komen. We kunnen Jezus Christus slechts ten volle kennen als we zijn woorden ten volle omhelzen, zowel de Schrift (boeken van Mozes, de profeten en de psalmen) die door Hem is ingegeven, als de brieven van het Nieuwe Testament.
Jezus Christus zei dat het vasthouden van zijn woorden, het bewijs is dat we hem liefhebben. Als we zijn woord van ons afwerpen en toch beweren hem lief te hebben, dan is onze liefde voor hem niet oprecht:
‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen. Wie Mij niet liefheeft, neemt Mijn woorden niet in acht; en het woord dat u hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, Die Mij gezonden heeft.’ (Johannes 15:23, 24)
Bovendien zei Jezus dat het vasthouden aan de woorden van Jezus Christus de voorwaarde is, om vruchtbaar te worden:
‘Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.’ (Johannes 15:7,8)
Naast de Schrift zijn er nog diverse andere boeken in het Oude Testament, zoals Job, Ruth, de Kronieken, enzovoort. Deze boeken zijn niet per se rechtstreeks door God ingegeven, maar zijn eerder een verslaggeving van gebeurtenissen in Israel en de ervaringen die inwoners van Israel hadden, met God.
God had een klein volk uitgekozen, om Zijn woordvoerders te zijn. Het merendeel van de Israëlieten was echter altijd opstandig tegenover God en bleef, net als de rest van de verduisterde mensheid, afgoden en valse profeten achternalopen. Toch werkte God met Zijn Geest in op diegenen in Israel die Hem wel toegedaan waren. Over die mensen is veel beschreven, wat ons laat zien hoe Gods hand machtig op hen rustte en hoe God werkzaam was onder hen. Ook deze geschiedschrijving is ontstaan door de adem van God, die mensen leidde om op te schrijven hoe Hij bewoog temidden van dat kleine volk, dat een voorafschaduwing was van alle mensen over de hele wereld, die later Gods volk zouden worden, in Jezus Christus.
Het betekent echter niet dat alles wat in deze boeken beschreven staat, rechtstreeks Gods woord is. In het boek Job zien we bijvoorbeeld dat Job beproefd wordt door de duivel en zijn gelovige vrienden hangen vervolgens de geestelijke wijsneuzen uit en spellen hem de les, in plaats van bewogenheid en begrip op te brengen voor hem. Ze doen voortdurend alsof God door hen heen spreekt, maar ze slaan de plank compleet mis.
Tegen het einde van het boek Job zien we vervolgens dat God uiteindelijk het woord neemt en totaal anders spreekt tot Job, dan al zijn gelovigen vrienden die zo prat gingen op hun wijsheid. Hoewel niet alle woorden van dit boek direct door God ingegeven zijn, is het toch ontstaan in het volk waar God exclusief werkte met Zijn Geest, en waar Hij mensen leidde om op te schrijven wat er allemaal speelde. En het boek geeft zelf exact aan waar mensen aan het woord zijn en waar God zelf het woord neemt.
De brieven van de apostelen, in het Nieuwe Testament, zijn over de grote lijn het woord van God, zoals de apostelen zelf verklaren: ze noemen zich de directe vertegenwoordigers van Jezus Christus en hun verkondiging werd alom beschouwd als het woord van God. Toch zijn er ook passages in hun brieven waar bijvoorbeeld de apostel Paulus zijn persoonlijke mening over een onderwerp geeft en dat zegt hij er dan ook eerlijk bij. Ook zien we een enkele passage waar Paulus terugkomt op iets wat hij eerder heeft gezegd. Betekent dit dat al zijn onderwijs dus onbetrouwbaar was? Natuurlijk niet. Paulus was heel transparant over zijn eigen leerproces en over het delen van zijn eigen mening over een bepaald onderwerp. Het deed niets af aan het merendeel van Paulus’ onderwijs dat wel degelijk het woord van God was. Het werd immers bevestigd door Jezus Christus zelf en de overige apostelen.
Het is belangrijk dat we altijd teksten lezen in het brede verband van de hele Bijbel. Een bekend onderwerp is bijvoorbeeld genade en heilig leven. Wil God dat we, onder het verbond van genade, nog steeds bewust heilig leven? Of speelt onze levensstijl geen enkele rol, omdat we door Jezus Christus toch per definitie geheiligd zijn, wat we ook doen? Als we eerlijk de brieven van de apostelen lezen, zien we dat ze allemaal, stuk voor stuk, hamerden op een daadwerkelijk heilig leven, in de praktijk van elke dag. Paulus zei bijvoorbeeld dat mensen die volharden in zonde, geen plaats hebben in Gods koninkrijk.
‘Weet u niet dat wie onrecht doet geen deel zal hebben aan het koninkrijk van God? Vergis u niet. Ontuchtplegers noch afgodendienaars, overspeligen, schandknapen noch knapenschenders, dieven noch geldwolven, dronkaards, lasteraars noch uitbuiters zullen deel hebben aan het koninkrijk van God.’ (1 Korintiers 6:9)
De apostel Petrus zei dat God van ons wil dat we in onze hele levenswandel heilig leven:
‘Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.’ (1 Petrus 1:15, 16)
Jakobus zei dat een geloof zonder een veranderd leven, dood is:
‘Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.’ (Jakobus 2:26)
En Johannes zei dat iemand die in zonde blijft leven, geen kind van God is:
‘Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de duivel te herkennen. Ieder die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft.’ (1 Johannes 3:10)
Het is bovendien in lijn met de woorden van Jezus Christus, die ook een echte verandering van ons leven eiste en het strookt met Gods roep doorheen het Oude Testament, die steeds profeten stuurde om zijn volk op te roepen tot daadwerkelijke bekering. Het was ook de roep van de profeet Johannes de doper, die mensen voorbereidde op Jezus Christus:
‘Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering.’ (Lucas 3:8)
Over het algemeen is het eigenlijk heel duidelijk wanneer Paulus of een ander apostel het woord van God spreekt. Je proeft dat ze schrijven met gezag, het is in lijn met de Schrift, het wordt bevestigd door de overige apostelen en het strookt met de woorden van Jezus Christus in de evangelien.
Als iemand een geheimzinnige nieuwe openbaring heeft, die gebaseerd is op slechts een enkele tekst, is het de vraag of dat wel juist is. Gods woord is namelijk een eenheid en God bevestigt zijn woord meerdere malen. Daarom halen zowel Jezus al de apostelen voortdurend de Schrift aan en laten hiermee zien dat God zijn woorden bevestigt en uitwerkt doorheen de eeuwen. God spreekt zichzelf nooit tegen, noch bedenkt Hij zich. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat christenen doorheen alle generaties, het woord van God als basis voor hun leven blijven handhaven en niet meegaan in het verwerpen van de Bijbel, wat als gevolg heeft dat christenen geen enkele toetssteen meer hebben en als losgeslagen schepen meegevoerd worden door elke wind van leer. Het is daarentegen Gods wil dat we standvastig en volwassen worden, zoals de apostel Paulus verwoordde:
‘…totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.‘ (Efeze 4:13-16)
Een groot misverstand aangaande de Bijbel, is dat mensen denken dat alles wat de Schrift zegt of wat de apostelen schreven, voor ons geldt, in onze tijd, duizenden jaren nadat het geschreven is. Dat is niet zo. Veel boodschappen waren bedoeld voor de mensen uit die tijd, en hadden enkel betekenis voor hen. Jezus Christus en de apostelen voorspelden bijvoorbeeld dat Gods toorn zou worden uitgestort over de Joden, met de verwoesting van Jeruzalem als gevolg. Dat zou het einde betekenen van het oude verbond en het begin inluiden van Gods koninkrijk, dat tot in eeuwigheid zou blijven uitbreiden.
Dat is een voorbeeld van het verkeerd toepassen van teksten die gebonden zijn aan tijd, plaats en cultuur. Jezus en de apostelen zeiden namelijk dat deze gebeurtenissen zouden plaatsvinden in de eerste eeuw, in Jeruzalem. Over een wereldwijd gebeurtenis, duizenden jaren later, was in de verste verten geen sprake. Meer hierover kun je lezen in het artikel ‘Hoop voor de toekomst‘ Het is belangrijk om de Bijbel op een verstandige en juiste wijze te lezen, anders zullen we onszelf en elkaar de gekste dingen wijsmaken en veel schade aanrichten.
In de eerste plaats is het noodzakelijk dat we onszelf heel diep leren overgeven aan de Heilige Geest, die als enige de Bijbel volkomen just kan uitleggen aan ons. Daarom zei Jezus Christus dat de Heilige Geest ons zou leiden naar de volle waarheid. De meeste christenen laten zich echter veel meer leiden door bekende predikers, dan door de Geest van God. Aan de andere kant heb je dan weer de valkuil dat christenen die wel verlangen om geleid te worden door de Heilige Geest, menen dat ze dus de Bijbel helemaal niet meer nodig hebben. Dat is de grootste dwaasheid die we kunnen begaan.
Mensen zijn zo vaak geneigd van het ene uiterste naar het andere door te schieten. God wil een gezond evenwicht brengen in ons leven, tussen geleid worden door de Heilige Geest en een leven dat gegrond is in het geschreven woord van God. Pas als we hier een gezonde balans in hebben, zullen we volmaakt worden en veel vrucht dragen. De Heilige Geest zal ons altijd leiden naar het geschreven woord van God en het woord laat ons zien dat we door de Geest van God geleid mogen worden.
‘De eerste christenen hadden helemaal geen Bijbel, en zij keerden de wereld ondersteboven!’ Dat is een geweldige kreet die sommigen gebruiken om maar te roepen dat we de Bijbel dus helemaal niet nodig hebben. Want de Bijbel is pas samengesteld enkele eeuwen na het ontstaan van het christelijk geloof. Het idee dat de eerste christenen er zonder de Bijbel veel beter aan toe waren dan wij, is echter gebaseerd op onwetendheid aangaande de situatie van de eerste christenen.
God gaf hen echter de eerste apostelen, die te vuur en te zwaard streden tegen al deze wilde leringen, die het denken van de eerste christenen verziekten. De lering bijvoorbeeld dat christenen toch de wet moesten houden en zich laten besnijden, of het idee dat je gerust seks kon hebben met hoeren in de tempel of het geloof dat Jezus Christus nooit echt mens was geweest, enzovoort. Het was echt geen ideale situatie, zoals we ons soms romantisch voorstellen. Als we de brieven van de eerste apostelen goed lezen, zien we dat ze voortdurend moeten ingaan tegen al deze demonische misleidingen die voortdurend de kop opstaken in de eerste gemeenten. Niet voor niets heeft God ervoor gezorgd dat vele brieven van deze apostelen bewaard zijn gebleven en gebundeld werden in wat we noemen ‘het Nieuwe Testament’ Op deze manier hoeven wij niet langer overgeleverd te zijn aan al de winden van leer die met de vreemdste denkbeelden het Lichaam van Christus willen binnenwaaien. God heeft ons de brieven van de eerste apostelen gegeven, die ons helpen om veel valkuilen te vermijden en als basis voor ons geloof in Jezus Christus. Het zou je reinste dwaasheid zijn om deze kostbare brieven vol wijsheid, waarschuwingen en instructies te verwerpen.
Maar hoe komt het dan, dat de eerste kerk zoveel krachtiger was, dan vandaag? Ten eerste is het helemaal niet waar dat de eerste kerk veel vruchtbaarder was. Vandaag komen elke dag tienduizenden mensen tot geloof in Jezus Christus, wereldwijd. Duizenden christenen wereldwijd breken uit de kerkmuren en gaan de straat op om te bidden voor de zieken en mensen tot Jezus te leiden. Er zijn geweldige doorbraken van Gods koninkrijk over de hele aarde.
We hebben priesters en dominees aangesteld, terwijl de Bijbel daar nooit over spreekt. Het bijbelse principe voor geestelijk leiderschap is dat Jezus apostelen, profeten, herders, evangelisten en leraars aanstelt (zie Efeze 4 en 1 Kor. 12). De eerste kerken werd geleid door apostelen en profeten die met grote tekenen en wonderen vrijmoedig het woord van God verkondigden. Het waren niet de eerste christenen die de wereld op zijn kop zetten, het waren de eerste apostelen. Zij hadden Jezus Christus meer lief dan hun eigen leven en waren bereid te lijden en te sterven voor het evangelie. Zij waren vervuld met de Geest van God en brachten geweldige doorbraken in de samenleving. Het gevolg was dat de vele gelovige gemeenschappen ontstonden.
Als we terug willen naar de kracht van de eerste kerken, moet we de Bijbel niet verwerpen, maar juist in de Bijbel gaan lezen hoe die eerste christen functioneerden. Dan zien we dat er in de eerste plaats apostelen en profeten functioneerden, die vervolgens herders, evangelisten en leraars aanstelden, samen met oudsten en diakenen. Van dominees en de huidige kerksystemen was geen sprake.
Bovendien leerden de apostelen de christenen om een levende gemeenschap te vormen, waarbij iedereen functioneerde in de gaven van de Geest. Uitingen van profetie, tongentaal, genezingen en wonderen, woorden van bovennatuurlijke kennis en bijzondere wijsheid waren aan de orde van de dag. Vandaag zijn veel kerken bang voor de werking van de Heilige Geest en sluiten Gods kracht buiten, uit angst dat het wel eens verkeerd zou kunnen zijn. We moeten terugkeren naar wat de Bijbel ons leert, en niet ons van de Bijbel afkeren!
Een tweede misverstand is dat alles wat God tot in eeuwigheid mag doen, altijd in de Bijbel moet staan. Zo is de Bijbel niet bedoeld. Nergens in de Bijbel lezen we dat mensen een bril droegen of op een fiets reden. Is het daarom onbijbels? Natuurlijk niet. De Bijbel geeft ons algemene richtlijnen, die ons kunnen helpen om alles wat er om ons heen gebeurt, in lijn is met het hart van God. Veel christenen zijn bijvoorbeeld bang voor allerlei zichtbare manifestaties van de Heilige Geest, zoals vallen, lachen of huilen. Ze denken dat deze manifestaties niet in de Bijbel voorkomen en concluderen daarom dat het duivels moet zijn. De Bijbel geeft echter aan dat lang niet alles wat Jezus Christus ooit heeft gedaan, is opgeschreven. Als dat wel was gebeurd, was de hele aarde gevuld geweest met boeken, zei de apostel Johannes.
De Bijbel is bedoeld om ons de wijsheid te geven, hoe we zaken kunnen beproeven. Jezus Christus zei bijvoorbeeld; ‘Kijk naar iemands vruchten, want daaraan herken je of het een goede of slechte boom is.’ Over het beproeven van geestelijke manifestaties kun je mee lezen in het artikel ‘Manifestaties van de Geest‘.
Er zijn veel dwaalleringen in de wereld, die beweren bijbels te zijn, maar die in werkelijkheid volkomen tegen de Bijbel indruisen. Een van deze leringen is het idee dat Jezus Chrisus lichamelijk moet terugkomen, dat de eindtijd gold voor de laatste christenen, dat de duivel alle macht zal verwerven over de hele aarde en dat alles steeds slechter wordt. Dat soort denkbeelden zijn het rechtstreekse gevolg van een onverstandig gebruik van de Bijbel. Om je te helpen gezond om te gaan met de Bijbel, vind je hier enkele sleutels om de Bijbel juist te begrijpen.
Als we eerlijk willen zijn beseffen we dat we allemaal onvolmaakt zijn in het verstaan van Gods stem. Jezus Christus en zijn apostelen verwezen constant naar de Schrift, juist ook voor de verkondiging van het nieuwe verbond en om de eerste christenen sterk te maken in hun geloof. Hoeveel temeer hebben wij dan de hele Bijbel nodig, om weerbaar te zijn tegen allerlei winden van leer en verkeerde gedachten die ons hart opkomen?
Het geheim voor een sterk en vruchtbaar geestelijk leven is overgave aan de Heilige Geest en met Zijn hulp de Bijbel gezond en verstandig leren lezen. Laten we de Bijbel meer lezen dan ooit, en ons meer dan ooit ten volle overgeven aan de Geest. Dan zal Gods kracht blijvend doorwerken in ons allemaal, en kan Gods liefde – door ons heen – de hele wereld overspoelen.
‘Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen.’ (Spreuken 30:5)
‘Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig.’ (Jesaja 40:8)
‘Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord.’ (Psalm 119:9)
David Sorensen zet zich met hart en ziel in om iedereen te laten zien hoe geweldig het is om God echt te kennen. Zijn grootste verlangen is dat mensen leren hoe ze God zelf kunnen ervaren als hun allerbeste Vriend en liefhebbende Vader.
Here is the evidence you need…
Moet een christen altijd de overheid gehoorzamen, volgens de Bijbel?
Wat is er aan de hand in onze wereld? Ontdek het hier…
De laatste dagen volgens de Bijbel: een overzicht
Dit is de WARE boodschap van de Bijbel!
De Goede Herder
Sleutels om de Bijbel juist te begrijpen
Bemoedigende bijbelteksten
Bewijs voor de zondvloed
Waarom is de Bijbel belangrijk?
De boodschap van de Bijbel
De Bijbel: Gods boek voor jou!