Jezus Christus zei dat Hij vanuit de hemel kwam om te sterven voor onze zonden en om ieder die in Hem gelooft tot Zijn Vader te brengen. Had Hij gelijk of was Hij een gek die waandenkbeelden over zichzelf had? De eerste mensen die Jezus Christus kenden en die in Hem geloofden, waren bereid hun leven te geven, voor Hem. Zo diep waren ze ervan overtuigd dat Christus gelijk had. Ze hadden met eigen ogen gezien hoe Hij op het water liep, hoe Hij een storm tot bedaren bracht, hoe Hij verlamden genas, hoe Hij vijfduizend mensen voorzag van eten met niet meer dan enkele stukjes brood en vis, hoe Hij een onberispelijk leven leidde, hoe Hij een verschrikkelijke dood stierf en hoe Hij daarna weer opstond uit de dood en hoe Hij naar de hemel ging.
Toen een grote groep mensen Jezus de rug toekeerden, omdat zijn woorden te scherp waren, vroeg Hij aan zijn meest nabije volgelingen of ze niet ook liever wilden weggaan. Petrus sprak voor de anderen, toen hij zei:
‘Naar wie moeten wij toegaan, Here? U bent de enige die ons over het eeuwige leven kan vertellen. Wij geloven en zullen openlijk getuigen dat U de Zoon van God bent.’ (Johannes 6:68-69)
De eerste christenen werden niet gedreven door politieke of godsdienstige motieven. Hun belangrijkste aandachtspunten waren niet moreel of sociaal van aard. Het waren geen bekende theologen of filosofen.
Deze realiteit was voor hen zo sterk, dat ze bereid waren er hun leven voor te geven. Ze wilden alles opgeven, om de wereld te vertellen dat ze met hun eigen ogen Jezus Christus hadden zien sterven, die drie dagen later op wonderbaarlijke wijze weer levend bij hun was.
‘Jezus is door God opgewekt en wij allen zijn daarvan getuigen.’ (Handerlingen 2:32)
Hun bewijs was heel concreet. Jezus was gekruisigd onder de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus. Zijn lichaam werd begraven en verzegeld in een geleend graf. Er werden wachten geposteerd om grafschennis te voorkomen. Toch was het graf na drie dagen leeg en riskeerden de getuigen hun leven door overal openlijk te verklaren dat Hij leefde.
Kenmerkend aan de kracht van het christelijk geloof, is dat mensen er radicaal door veranderd worden. Misschien wel de ergste vijand van de christenen was Saulus, die van stad naar stad trok om christenen te vuur en te zwaard uit te roeien. Saulus had een bijzondere ontmoeting met Jezus Christus en werd op slag de belangrijkste verkondiger van het evangelie uit zijn tijd. Hij werd vele malen gemarteld en zelfs zo mishandeld dat hij als dood werd achtergelaten. Hij leed diverse malen schipbreuk op zijn reizen en werd meermaals gevangen gezet. Maar hij had het er allemaal graag voor over, omdat Jezus Christus voor hem de krachtigste realiteit was geworden die er is.
De Bijbel zegt dat de oorzaak van alle problemen in onze wereld, ons zondige hart is. In een tijdperk van informatie en technologie hebben mislukte karakters instellingen als gezin, overheid, wetenschap, industrie, religie, scholing en kunst te schande gemaakt. In de hoogst ontwikkelde samenleving die de wereld ooit gekend heeft, is onze nationale reputatie bedorven door problemen als verslaving, seksuele ontaardheid, echtscheidingen, geweld, moord en misbruik.
Velen willen geloven dat onze problemen zijn geworteld in onwetendheid of in een slecht functionerende overheid. Maar tegen onze en andere generaties zegt Jezus:
‘Uit het innerlijk komen slechte gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, leugen en roddel voort. Daardoor wordt de mens slecht.’ (Mattheüs 15:20)
Het christelijk geloof laat ons de kern van het probleem zien. Niet de overheid, niet de maatschappij, niet de religie en niet de economie zijn de wortel van onze problemen, maar het menselijk hart is de bron van kwaad.
Het christelijk geloof laat zien dat God ons een krachtige verlossing aanbiedt, die elk mens kan ontvangen, als we het willen.
Generatie op generatie heeft gehoopt op het beste. We hebben oorlogen gevoerd die een eind aan alle oorlogen zouden maken. We hebben opvoedkundige theorieën ontwikkeld die verlichte, vreedzame kinderen zouden opleveren. We hebben technologieën bedacht die ons zouden verlossen van de onderdrukkende slavernij van werken.
De mens kan zichzelf niet beter maken. Geen zelfbedachte ‘wereldgodsdienst’, geen zelfbedachte filosofie, geen zelfbedachte maatschappelijke verbeteringen kunnen de mens ten diepste veranderen. Het kwaad zit nu eenmaal diep in ons hart gebakken, het is kenmerkend aan alles wat we doen. De zelfzucht regeert de mens.
Als we ons van harte tot Jezus Christus keren en zijn bevrijding in ons leven laten doorwerken, worden we kinderen van God. Dan worden we opnieuw geboren door de Geest van God. Door deze wedergeboorte krijgen we deel aan het hart van God. Zijn liefde wordt dan de kern van ons bestaan.
‘Daardoor bent u ontsnapt aan de verderfelijke zelfzucht die in de wereld heerst en krijgt u deel aan Gods eigen wezen.’ (2 Petrus 1:4)
‘Iedereen die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, heeft God niet leren kennen; God is immers liefde. Gods liefde voor ons is hieraan duidelijk geworden: hij heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden om ons door hem het leven te geven.’
‘Als God ons zo heeft liefgehad, vrienden, moeten ook wij elkaar liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden.’ (1 Johannes 4:7-12)
Dit klinkt misschien vreemd, maar het christelijk geloof is geen religie. Religies zijn menselijke pogingen om bij God in een goed blaadje te komen. Godsdiensten zijn bedacht door mensen en proberen de geestelijke nood van de mens op te vullen. Maar Jezus Christus kwam geen godsdienst brengen – integendeel.
Het christelijk geloof is niet zelf proberen iets goed te doen voor God, met een systeem van wetten, regels en tradities. Het christelijk geloof is Gods verlossing voor elk mens. Het is Gods liefde voor de mens die zichzelf niet kan redden. Alleen als je nederig genoeg bent om te buigen voor God, en als je bereid bent te erkennen dat je een zondaar bent die verlossing nodig heeft, kun je gered worden. Trots houdt de mens verwijderd van God.
Jezus Christus kwam om te sterven voor ons, zodat de straf die elk mens verdient, door Hem zou worden gedragen. Hij is het offer van God voor de mens. Wij kunnen onszelf niet verlossen. We hebben Gods offer nodig. Het christelijk geloof is dan ook heel eenvoudig: erken dat je zondig bent en geloof in Jezus Christus, die het plaatsvervangend offer is voor de hele mensheid. Hij betaalde de losprijs voor iedereen die wil.
Dan zal Hij met zijn Heilige Geest in je komen wonen en je een nieuw mens maken. Dat is dan niet het gevolg van jouw goede daden of je bijzondere geestelijkheid, het is puur het gevolg van zijn grote liefde voor jou.
‘De redding, die het geloof u bracht, hebt u te danken aan zijn genade, niet aan uzelf; het is een geschenk van God’ (Efeze 2:8)
Verlossing kun je niet verdienen, je kunt het alleen ontvangen, als een kind.
David Sorensen zet zich met hart en ziel in om iedereen te laten zien hoe geweldig het is om God echt te kennen. Zijn grootste verlangen is dat mensen leren hoe ze God zelf kunnen ervaren als hun allerbeste Vriend en liefhebbende Vader.
Wat is er aan de hand in onze wereld? Ontdek het hier…
Hoe kun je als zoon van God het kwaad oordelen?
Bijzondere bemoediging voor jou, uit Gods hart!
Preken online luisteren
Walgelijke perversie in Nederland
Wat betekenen de geluiden in de lucht?
Is de kerstboom een afgod?
Laster verziekt christenen
SORRY!
Heilig leven, wat een vreugde!
Bidden: hoe doe je dat?